top of page

Verdere achtergrond

Inleiding

 

In de pagina Symptomen ME/cvs hebben we tal van symptomen van ME/cvs patiënten gezien die neurologisch van aard zijn. Om de tekst leesbaar te houden heb ik me op die pagina beperkt. Op deze pagina geef ik echter nog meer onderbouwing dat ME/cvs een neurologische aandoening is (die met 99% zekerheid wordt veroorzaakt door een neurotroop virus).

 

Deze pagina begint met specifieke ME/cvs symptomen (sectie A) en vervolgt met de symptomen van een aantal andere zenuwaandoeningen (sectie B). We zullen constateren dat de symptomen van verschillende zenuwaandoeningen erg veel lijken op die van een zware tot extreme ME/cvs.


 

A.  Neurologische problemen

 

A.1 Ontregelde nervus vagus

 

Bij ME/cvs en LongCovid vormen POTS en dysautonomie grote problemen. De oorzaak daarvan ligt in een verstoring van de nervus vagus.

 

De nervus vagus ("zwervende zenuw") is de tiende hersenzenuw en vormt een belangrijk onderdeel van het parasympatische zenuwstelsel (het ontspannende deel van het autonome zenuwstelsel). Het begint vanuit de hersenstam en loopt door tot in de buikholte. Daarbij innerveert het organen zoals het strottenhoofd, hart  longen, lever, milt, pancreas, nieren en het grootste deel van de dikke darm. Hierdoor geeft virale infectie en ontsteking van de nervus vagus grote problemen voor de patiënt.

 

Een extreem overprikkelde en dus volledig uitgeputte nervus vagus leidt tot:

 

•  abnormaal hoge hartslag (tachycardie), hartritmestoornissen en verhoogde bloeddruk

•  slechte spijsvertering door minder krachtige peristaltische bewegingen, minder secretie van spijsverterings enzymen, leidend tot verminderde opname van voedingsstoffen en tot indigestie

•  onregelmatige oppervlakkige, ademhaling, met minder longventilatie en minder zuurstofopname (kortademigheid)

•  moeilijkheden bij slikken en spreken, leidend tot heesheid, stemverandering en gevoel van brok in de keel

•  veranderingen in stemming en emotionele toestand: angst, prikkelbaarheid, stressgevoeligheid

•  verminderde immunoregulatie; de immuunrespons is verminderd waardoor de gevoeligheid voor infecties en ontstekingen toeneemt

 

Dit zijn allemaal symptomen die worden aangetroffen bij de ziekte ME/cvs.

 

Als de de nervus vagus nog niet is uitgeput door langdurige extreme overprikkeling, dan is hij overprikkeld ("vagus nerve overstimulation"). Een overactieve nervus vagus geeft de volgende symptomen:

 

•  bradycardie, oftewel abnormaal lage hartslag leidend tot duizeligheid, flauwvallen en een zwakke pols

•  hypotensie, een snelle daling van de bloeddruk die kan leiden tot duizeligheid, flauwvallen, maar ook tot zwakte en vermoeidheid

•  maagklachten zoals misselijkheid  braken, opgeblazen gevoel en buikpijn

•  veranderingen in ademhaling, zoals kortademigheid, diepe zuchten, hyperventilatie of het gevoel dat men niet genoeg lucht binnenkrijgt

•  stemmingswisselingen, depressie, angst, prikkelbaarheid en gevoel van groot ongemak

•  overmatig zweten, vooral op het hoofd en in de nek

•  vermoeidheid en gevoel van uitputting

•  flauwvallen en syncope (tijdelijk verlies bewustzijn)

 

Ook hier vinden we weer allemaal symptomen van ME/. Bovendien is duidelijk dat alle symptomen van POTS, OH, OI en dysautonomie worden veroorzaakt door een ontregelde nervus vagus. Het interessante is ook dat patiënten afwisselend een te hoge en een te lage hartslag kunnen hebben (persoonlijke noot: mijn hartslag in rust kon 80 tot 90 zijn, maar ook 45 tot 50). De nervus vagus beweegt zich dus tussen enerzijds overactief (overprikkeld) en anderzijds uitgeput door langdurige en extreme overprikkeling.


 

A.2 Laaggradige darm- en hersenontstekingen 

 

De ziekte ME/cvs kenmerkt zich door laaggradige darm-, hersen- en orgaanontstekingen. Laaggradige ontstekingen ("stille" of "subklinische ontstekingen") geven géén zware symptomen, maar wél lichte symptomen die meestal chronisch zijn. 

 

We beginnen met de laaggradige darmontstekingen. De oorzaken van laaggradige darmontstekingen zijn: infecties, chronische stress (en dat hebben alle ME/LC patiënten), roken en alcohol, slaapgebrek (en dat hebben alle ME/LC patiënten), voedsel- intoleranties, verkeerde voeding (veel bewerkt voedsel, veel suiker, veel verzadigde vetten en transvetten), overgewicht en obesitas, insulineresistentie (ten gevolge van verkeerde voeding en een te hoog gewicht), een gebrek aan de juiste lichaamsbeweging, 

 

De gevolgen van laaggradige darmontstekingen zijn: maag-darm stoornissen (winderigheid, diarree en PDS), gewichtstoename en metabool syndroom (insulineresistentie, gevaar voor diabetes-2), hart- en vaatziekten, ontwikkeling of verergering van auto-immuunziekten (o.a. fibromyalgie), slechte vertering en opname van voedsel (malabsorptie), darmperforaties (waardoor darminhoud het lichaam in lekt), verzwakking van het immuunsysteem, slaapstoornissen, een verstoring van de belangrijke darm-hersen as leidend tot onder andere stemmingsstoornissen (zoals angst en depressie), verstoorde darmflora (te weinig "goede" en te veel "slechte" bacteriën), verhoogd risico op kanker en verminderde vruchtbaarheid. Laaggradige darmontstekingen vormen dus een grote bedreiging voor ME/LC patiënten.

 

We gaan nu kijken naar laaggradige hersenontstekingen. De oorzaken daarvan zijn: infecties (virale, bacteriële of schimmelinfecties, en dat hebben alle ME/LC-patiënten), sommige auto-immuunziekten, traumatisch hersenletsel, giftige stoffen, neurodegeneratieve aandoeningen (Alzheimer, Parkinson etc.), chronische stress (en dat hebben alle M/cvs patiënten), voeding (te veel verzadigd vet en transvet, veel suiker, veel bewerkte voeding, weinig anti-oxidanten) en leefstijl (weinig lichaamsbeweging).

 

De gevolgen van laaggradige hersenontstekingen zijn: cognitieve achteruitgang, stemmingsstoornissen (depressie en angst door een verstoring van de neurotransmitters, en vooral van serotonine), hoofdpijn (waaronder migraine), slaapstoornissen, verzwakte hersen-bloed-barrière (hierdoor kunnen pathogenen de hersenen binnendringen), verhoging kans op comorbiditeiten (diabetes 2, obesitas, kanker).

Conclusie: aan de hand van de symptomen zijn laaggradige darm-, en hersenontstekingen vaak te verwachten bij ME/LC. Ook moet er rekening worden gehouden met laaggradige ontstekingen aan bijvoorbeeld lever en nieren.

 

De vraag is nu hoe je de omvang van die laaggradige ontstekingen kunt remmen. Daar zijn een aantal methodes voor: gezonde nutriënten (bijvoorbeeld Mediterraan dieet), Omega-3 bijslikken en Omega-3 rijke producten gebruiken, groene thee (!), voldoende lichaamsbeweging, goede diepe slaap, stress management (yoga, meditatie, stretchen, pacing), géén alcohol, tabak en cafeïne maar wél eventueel een door een medicus voorgeschreven ontstekingsremmer (zonder immunosuppressie).


 

A.3 Darmdysbiose, leaky gut en PDS

Darmflora is een verzamelnaam voor alle bacteriën en schimmels die in de darmen "wonen". Bij elkaar kan het wel een kilo zijn. De darmflora verschilt per persoon, mede afhankelijk van onder andere de voedingsgewoonten. De darmschimmels werken symbiotisch met de darmbacteriën.

 

Er zijn “goede” en “slechtedarmbacteriën. De “slechte” darmbacteriën zijn opportunistische darmbacteriën die een vaste plek hebben verworven in de darmflora, maar als het goed is alleen in zeer geringe - en dus onschuldige - hoeveelheden. Voorbeelden: enterobacteriaceae, proteobacteria en clostridia. Als deze bacteriën gaan uitbreken dan zijn de gevolgen: darminfecties, diarree, voedselvergiftiging, chronische darmziektes (colitis ulcerosa en Crohn), diverse ontstekingen in het lichaam (leidend tot hart- en vaatziekten, diabetes, astma, bronchitis, artritis, psoriasis, eczeem, en andere chronische aandoeningen) en vergrote kans op darmkanker.

 

De “slechte” darmbacteriën kunnen uitbreken als de normale verhoudingen in de darmflora zijn verstoord (zie onder: Firmicutes en Bacteroidetes). Langdurig antibioticagebruik en slechte onevenwichtige voeding kunnen de oorzaak zijn. Maar ook medische behandelingen zoals chemokuren, langdurige ziekte, aandoeningen aan de darmen en ook veel stress kunnen de opportunistische bacteriën aanwakkeren.

 

Er zijn 300 tot 1000 verschillende bacteriestammen en ieder mens heeft er gemiddeld 500. De darmflora is dan ook per persoon verschillend! Die 500 stammen horen in groepen en de belangrijkste groepen zijn Firmicutes (60 - 70%, waaronder bifidum bacteriën), dan Bacteroidetes (20 - 30%) en dan Proteobacteria (10%). In gezonde darmen zijn er ongeveer 2 tot 3 keer zoveel Firmicutes dan Bacteroidetes bacteriën. Als er te veel Firmicutes zijn, dan leidt dit tot diabetes-2, obesitas en darmontstekingen. Als er te veel Bacteroidetes zijn, dan leidt dit tot een verminderde immuniteit en een hogere kans op infecties.

 

De groei van Bacteroidetes wordt bevorderd door vezels, de groei van Firmicutes wordt bevorderd door verzadigd vet, suikers en koolhydraten. Evenwichtige voeding bevat vezels, koolhydraten en oliën om zo de balans te bewaren tussen deze twee bacteriegroepen. De volksziekte obesitas wordt dus veroorzaakt door teveel vet, suikers en koolhydraten, ten opzichte van te weinig vezels!

 

De darmbacteriën werken innig samen met de darmen (symbiose), en dat leidt tot zes functies:

 

•  afbraak (vertering) van voedsel zodat het kan worden opgenomen in de bloedbaan

•  productie van vitaminen en mineralen

•  productie van slijm om de darmwand te beschermen tegen “slechte” bacteriën en virussen

•  immuunsysteem (zie onder A)

•  hormoonhuishouding (zie onder B)

•  stemming (zie onder C)

 

A.  De darmen zijn van groot belang voor het immuunsysteem. De darmflora doet hierbij 4 dingen:

 

1. het helpt bij antigeenpresentatie (stoffen die het immuunsysteem herkent als “indringer” waarna het immuunsysteem actief wordt)

2. de darmflora produceert antistoffen zoals Immunoglobuline A dat helpt om virussen en bacteriën uit het lichaam te houden

3. de darmflora activeert T-cel productie (belangrijk voor immuunrespons)

4. de darmflora activeert macrofagen (ook belangrijk voor immuunrespons)

 

B.  Daarnaast is de darmflora belangrijk voor de neurotransamitter en hormoonhuishouding. Darmbacteriën produceren stoffen die regulerend zijn voor de aanmaak van sommige hormonen en neurotrtansmitters:

 

•  glucose regulerende hormonen (insuline en glucagon)

•  hormonen die de spijsvertering reguleren (zoals gastrine en cholecystokinine)

•  hormonen die het immuunsysteem beïnvloeden (zoals cortisol en interleukine-1)

•  neurotransmitters die de stemming beïnvloeden (serotonine en dopamine)

 

C.  Tenslotte werkt de darmflora ook op de stemming (energiek versus depressief). Dat punt brengt ons naar de belangrijke functie van de darmen in de samenwerking met de hersenen. De darmen zijn verbonden met de hersenen via de nervus vagus (tiende hersenzenuw) die vanuit de hersenen achter het borstbeen langs naar de darmen gaat. De darmen zelf hebben erg veel zenuwen en door de verbinding met de hersenen worden de darmen dan ook wel “second brain” genoemd. De relatie tussen de darmen en de hersenen wordt de darm-hersen-as genoemd.

 

De darmen produceren (grote) hoeveelheden neurotransmitters en hormonen. We beginnen met de neurotransmitters. Dit zijn chemische stofjes die de zenuwen laten functioneren doordat ze signaaloverdracht doen via de synapsen. In sectie A.4 wordt daar verder op ingegaan. Belangrijke neurotransmitters zijn: serotonine, dopamine, GABA, noradrenaline en acetylcholine

 

Wanneer de darmen niet goed functioneren, dan zal vooral de neurotransmitter serotonine daar ernstig onder lijden. Onderzoek heeft ook aangetoond dat veel patiënten met ME/cvs en Long Covid een tekort hebben aan deze neurotransmitter!

 

Wat zijn de oorzaken van slecht functionerende darmen? Daarbij moeten we vooral kijken naar het  verzwakte microbioom. Oorzaken van een verzwakt microbioom zijn:

 

•  antibiotica, cytostatica en orale anticonceptiva (!)

•  ongezonde voeding (geen vezels, veel suiker, verkeerde vetten)

•  geen/weinig lichaamsbeweging (geldt voor veel ME/cvs en Long Covid patiënten)

•  chronische stress (alle patiënten hebben chronische stress door overprikkeling; onderstaand ga ik er daarom verder op in)

•  chronische ziektes (zoals darmontstekingen; geldt voor alle patiënten)

•  infecties (virale, bacteriële en schimmel-infecties kunnen het microbioom beschadigen; geldt voor alle patiënten) 

•  superhygiënische en steriele leefomgeving (met antibacteriële zeep, kant en klaar fabrieksvoedsel met veel conserveringsmiddelen, weinig “vers” eten, nooit in de wilde natuur, nooit wondjes of schrammetjes; dit leidt tot een verarmde darmflora)  

•  te veel alcohol en koffie

•  ouderdom

 

Chronische stress (hierboven al genoemd) heeft grote gevolgen voor het microbioom (de darmflora). In het begin van de ziekte ME/cvs en Long Covid leidt hoge stress tot een verhoogd cortisol. Dit heeft de volgende gevolgen:

 

•  verhoogde permeabiliteit van de darmwand waardoor pathogenen in het bloed kunnen komen (leidt tot auto-immuunziektes, allergieën em darmproblemen)

•  verarming darmflora (remming van de groei van "goede" darmbacteriën en stimulering van de groei van “slechte” bacteriën)

•  slechtere spijsvertering (opgeblazen gevoel, constipatie, diarree en  winderigheid)

•  verhoogde kans op ontstekingen aan de darm (dit kan leiden tot chronische darmziektes)

  

Daarnaast leidt stress tot verminderde bloedtoevoer naar de darmen waardoor voedsel slechter wordt opgenomen. 

 

Na verloop van tijd treedt echter “bijnieruitputting” op (storing op de HPA-as) waardoor het cortisol te laag is. Dit leidt tot de volgende problemen:

 

•  een verarmde darmflora (door een vermindering van de groei van “goede” bacteriën)

•  verhoogde permeabiliteit van de darmen 

•  verhoogde vatbaarheid voor infecties en ontstekingen aan de darmen

•  slechtere spijsvertering  

• een verminderde productie van korte-keten vetzuren (die nodig zijn voor de gezondheid van de darmen en het immuunsysteem).

 

Het beeld is hiermee wel duidelijk: als de ziekte ME/LC eenmaal flink heeft toegeslagen, dan hebben de patiënten allemaal een verzwakt microbioom (dat is ook wetenschappelijk vastgesteld).

 

A.4 Verstoorde neurotransmitter balans

 

ME/LC patiënten hebben een verstoorde neurotransmitter balans. Daar wordt nog niet veel onderzoek naar gedaan, maar (vrij) serotonine lijkt bij veel patiënten (te) laag te zijn.

 

Maar wat zijn neurotransmitters? Neurotransmitters zijn overdrachtstoffen die elektrische signalen doorgeven van zenuwcel naar zenuwcel (neuronen) maar ook tussen spiercellen. Signaaloverdracht vindt plaats door de kleine ruimte tussen twee zenuwcellen (synaps) over te steken met neurotransmitters. De belangrijkste neurotransmitters (er zijn er wel 100) zijn: serotonine, GABA, dopamine, acetylcholine, noradrenaline (norepinefrine), adrenaline en endorfine, maar ook histamine, glycine, aspartaat en substance P. 

 

In grote lijn kunnen neurotransmitters worden onderverdeeld in rustgevend (GABA, serotonine, melatonine, oxytocine en endorfine) en activerend (glutamaat, dopamine, acetylcholine, noradrenaline, glutamine). Onder invloed van cafeïne, beweging en zonlicht worden de activerende neurotransmitters extra aangemaakt. 

 

Neurotransmitters zorgen er niet alleen voor dat het zenuwstelsel werkt, maar zorgt bijvoorbeeld ook voor:

 

-  gevoelens en stemming (serotonine,  GABA en dopamine reguleren angst, euforie, geluk, motivatie etc.)

-  beweging (dopamine en acetylcholine zijn nodig voor de spieren)

-  gedachten en geheugen (glutamaat en GABA zijn nodig voor leren, geheugen en concentratievermogen)

-  slaap (melatonine reguleert het waak-slaap ritme)

-  etc. etc.

Chronische 24/7 overprikkeling van het zenuwstelsel leidt tot (ernstige) uitputting van serotonine, melatonine, acetylcholine en glutamaat. Onderstaand staatje geeft aan welk percentage in de darmen wordt gesynthetiseerd.

 

Rustgevende neurotransmitters

-   serotonine:     95%

-   acetylcholine: 90% (tevens activerend)

-   melatonine:    80 tot 90%

-   GABA:            50 tot 90%

-   oxytocine:       1 tot 50%

-   endorfine:       50%

 

Activerende neurotransmitters 

-  glutamaat:       90 tot 95%

-  acetylcholine:  90% (tevens rustgevend)

-  dopamine:       50%

-  noradrenaline: 25 tot 50%

-  glutamine:       50 tot 60%

 

In zijn algemeenheid kunnen we stellen dat overprikkelde, uitgeputte en ontstoken darmzenuwen en een ontstoken darmwand vooral de rustgevende neurotransmitters zwaar treffen (serotonine, melatonine en GABA, maar ook acetylcholine). Daarentegen, dopamine en noradrenaline (de meest activerende neurotransmitters) hebben het minst te lijden onder overprikkelde, uitgeputte en ontstoken darmzenuwen en ontstoken darmwand. Dit heeft als gevolg dat er een (grote) onbalans ontstaat tussen de activerende en rustgevende neurotransmitters. Dat is niet alleen slecht voor het zenuwstelsel, maar ook heel slecht voor het immuunsysteem!

 

Behandeling van ME/LC zal dus ook een herstel moeten brengen in de neurotransmitter disbalans. Dit betekent dat de toepassing van SSRI's, GABA, melatonine, endorfine (door toepassing van LDN) en oxytocine aan de orde zijn. 


 

A.5 Verstoorde hormoonbalans 

 

De besturing van het lichaam verloopt mede via hormonen. Als het lichaam geen hormonen produceert dan treedt de dood in. De belangrijkste hormonen: groeihormonen, insuline, schildklierhormoon, testosteron en oestrogeen, cortisol, adrenaline, glucagon, leptine, progesteron, oxytocine, antidiuretisch hormoon, aldesteron, renine, melatonine, calcitonine en ghreline (en vele anderen). 

 

Onder invloed van chronische hoge stress worden de volgende hormonen beïnvloed:

-  het cortisolniveau raakt door chronische stress eerst verhoogd, maar als de stress vele maanden of zelfs jaren duurt dan raakt het cortisolniveau verlaagd (dat heet “bijnieruitputting”)

-  adrenaline en noradrenaline raken verhoogd, maar als de stress heel erg lang duurt, dan raken de niveaus verlaagd (“bijnieruitputting”)

-  DHEA raakt verlaagd (DHEA heeft anti-stress eigenschappen)

-  testosteron raakt verlaagd 

-  schildklierhormoon raakt verlaagd

-  melatonine raakt verlaagd

-  schildklierhormoon raakt verlaagd

-  serotonine (naast neurotransmitter ook hormoon) raakt verlaagd

-  dopamine (naast neurotransmitter ook hormoon) raakt verlaagd

-  oxytocine raakt verlaagd

-  insuline kan eerst verhoogd zijn (hypoglycemie), maar raakt daarna verlaagd

-  etc.

 

Chronische (24/7!) stress heeft dus een funeste werking op het hormoonsysteem. Daarbij valt op dat “beginnende” patiënten vaak verhoogde hormoonspiegels hebben, terwijl “gevorderde” patiënten juist verlaagde hormoonspiegels hebben. 

 

In de zwaardere gradaties is er dus sprake van verlaagde hormoonspiegels. Wat zijn de gevolgen van al deze verlaagde hormoonspiegels? Bedenk hierbij dat sommige hormonen tevens neurotransmitter zijn. De gevolgen:

 

-  vermoeidheid, spierzwakte, gewichtsverlies, verlaagd libido, concentratieproblemen depressieve gevoelens en immuundysfuncties (cortisol)

-  depressie, angst en slaapproblemen (serotonine)

-  slaapproblemen (melatonine)

-  verminderde motivatie, anhedonie, concentratieproblemen (dopamine)

-  snellere veroudering en meer kans op ziektes (DHEA)

- stemmingswisselingen, spierzwakte, verminderde energie en minder libido, (testosteron)

-  vermoeidheid, koude-intolerantie, gewichtstoename en droge huid (schildklierhormoon)

-  lage bloeddruk, moeheid, duizeligheid, spierzwakte, verminderde eetlust en gewichtsverlies en frequent urineren (aldesteron) 

-  menstruatieproblemen, problemen met vruchtbaarheid en PMS (oestrogeen en progesteron)

-  verminderde sociale interactie, meer angst en stress, moeite met hechting (oxytocine)

-  verhoogde bloedsuikerspiegel, minder energie en meer ontstekingen  (insuline)

-  etc. etc.

 

Een groot deel van de symptomen van ME/LC worden dus mede veroorzaakt door te lage hormoonspiegels, en die worden weer veroorzaakt door chronische (24/7) stress.

 

Sommige hormonen kun je bijvullen (serotonine, DHEA, melatonine), anderen mogen NIET worden bijgevuld (cortisolsuppletie leidt tot immunosuppressie) en bij weer anderen moet het onderzocht worden (testosteron, oestrogeen, progesteron,  schildklierhormoon, etc.).

 

Daarnaast zijn er technieken zoals meditatie, yoga en mindfulness die een beetje helpen. Het vermijden van alcohol, nicotine en stress zijn ook van belang. Maar het enige dat echt helpt is het verwijderen van het virus uit het zenuwstelsel!

A.6 Verstooorde elektrolytenbalans

 

Het lichaam kent drie elektrolyten balansen: natrium versus kalium, chloride versus bicarbonaat en de calcium versus magnesium balans.

 

De eerste balans, kalium versus natrium is verantwoordelijk voor:

•  een goede zenuwfunctie (een slechte balans leidt tot spierzwakte, krampen en ook hartproblemen)

•  bloeddrukregulatie (te veel natrium geeft hoge bloeddruk, te veel kalium geeft lage bloeddruk)

•  vochtbalans (te veel natrium geeft vasthouden van vocht, te veel kalium geeft uitdroging)

  

Kalium zit vooral in aardappelen, bananen, spinazie en tomaten. Natrium zit in de zoutbus en in veel kant-en-klaar maaltijden en in fast food (meestal te veel, dat is meer dan 6 gram per dag).

 

Verstoring van deze balans ontstaat door voedingsonbalans, maar ook door sommige medicijnen (plaspillen), door nierproblemen, veel diarree, heel veel zweten en ook door hormonale problemen (zoals een hoog of laag cortisol!). Wanneer we het beeld opmaken  dan zien we het volgende. ME/cvs patiënten lijden vaak aan overmatig zweten en diarree. Daarnaast hebben ME/LC patiënten vrijwel allemaal een laag cortisol en dit leidt tot stapeling van kalium (hyperkaliëmie) en dat leidt tot  vochtverlies en lage bloeddruk. Wanneer het cortisol daarentegen "hoog" is dan ontstaat hypokaliëmie (te weinig kalium t.o.v. natrium). Ook nierproblemen (door laaggradige ontstekingen of auto-immuunreacties) komen voor bij ME/LC. Daarmee is duidelijk dat deze elektrolytenbalans bij ME/LC patiënten vaak verstoord is.

 

Te veel natrium t.o.v. kalium leidt tot hypokaliëmie:

•  spierzwakte

•  hartritmestoornissen

•  spasmen

•  obstipatie ("verstopping")

•  hoge of lage bloeddruk

•  polyurie (veel plassen)

•  vermoeidheid

•  afwijkende bloedsuikerspiegels

 

Te weinig natrium t.o.v. kalium leidt tot

hyperkaliëmie:

•  spierzwakte

•  hartritmestoornissen 

•  vermoeidheid en zwakte

•  misselijkheid 

•  gevoelloosheid en tintelingen

•  ademhalingsproblemen

 

Vaak hebben ME/LC patiënten een lage bloeddruk en dat zou wijzen op hyperkaliëmie (te veel kalium t.o.v. natrium). Dat is gedeeltelijk te verhelpen door wat extra keukenzout in het eten (met jodium).

  

De tweede balans, chloride versus bicarbonaat, is verantwoordelijk voor:

 

•  pH-regulatie (het lichaam heeft een nauwkeurig aangehouden zuurgraad nodig om alle biochemische processen goed te laten verlopen)

•  zuurstoftransport (bicarbonaat speelt een belangrijke rol bij CO2 transport van weefsels naar longen en daarmee wordt een juist O2 niveau gehandhaafd)

 

De oorzaak van een verstoorde chloride-bicarbonaat balans kan liggen in: nierproblemen, maag-darm problemen, diabetes, diuretica, eetstoornissen, leveraandoeningen en infecties. Ook hier zien we weer dat ME/LC  patiënten kandidaat zijn voor een verstoring van deze elektrolyten balans.

 

Een overschot aan chloride ten opzichte van bicarbonaat leidt tot metabole acidose. De gevolgen zijn:

•  hoofdpijn

•  futloosheid

•  slaperigheid

•  in ernstige gevallen verlies van bewustzijn

 

Een overschot aan bicarbonaat leidt metabole alkalose. De gevolgen zijn:

•  prikkelbaarheid, verwardheid

•  spasmen en convulsies

•  ademhalingscomplicaties waaronder hypoxie (te weinig zuurstof in het bloed)

•  veranderingen in hartslag en bloeddruk

•  spijsverteringsproblemen zoals misselijkheid en geen eetlust

 

Aan de hand van de symptomen zouden ME/LC patiënten vaak leiden aan metabole alkalose (te weinig chloride t.o.v. bicarbonaat). Een behandeling zou kunnen bestaan uit rehydratie door vochttoediening met daarin opgelost NaCl (keukenzout). 

 

De derde balans is de magnesium versus calcium balans. Deze is verantwoordelijk voor:

 

•  botgezondheid (magnesium zorgt voor de goede opname van calcium)

•  spierfunctie (calcium zorgt voor spiersamentrekkingen en magnesium voorkomt krampen en spasmen)

•  zenuwfunctie (calcium stimuleert de zenuwfunctie en magnesium reguleert de zenuwfunctie)

•  normale hartslag (calcium doet de hartspier aantrekken en magnesium ontspant de hartspier)

•  bloedstolling (voldoende calcium is nodig voor bloedstolling)

 

De magnesium calcium balans raakt verstoord door:

 

•  voedingspatroon met verkeerde magnesium calcium balans

•  onjuist gebruik van supplementen met te veel magnesium, respectievelijk te veel calcium

•  nierproblemen (door infecties en auto-immuunziektes)

•  medicijnen (zoals diuretica)

•  gastro-intestinale problemen (bijvoorbeeld door infecties in maag en darmen) waardoor nutriënten en micronutriënten slecht worden opgenomen

 

Patiënten met ME/LC zijn dus kandidaat voor een verstoring in deze balans. Daarbij kan ook worden opgemerkt dat de meeste ME/LC patiënten een tekort hebben aan magnesium (kan worden aangevuld met liposomale magnesium).

 

In zijn algemeenheid geldt dat bijna alle ME/LC patiënten één of meerdere electrolytendisbalansen heeft. De symptomen daarvan vallen soms samen met symptomen veroorzaakt door neurologische problemen zoals hartslag, bloeddruk, spierzwakte, spasmen, etc. 

 

Wat ook opvalt is de rol van NaCl (keukenzout). Bij gezonde mensen wordt aangeraden om keukenzout te beperken (max. 6 gram per dag),  maar bij ME/LC patiënten zou extra keukenzout (met jodium) gunstig zijn in situaties met een lage bloeddruk.

A.7 Mucosaal immuunsysteem

 

Het mucosaal immuunsysteem is het immuunsysteem dat speciaal geldt voor de slijmvliezen. Deze slijmvliezen bevinden zich in het hoofd (voorhoofdsholte, sfenoide holte, slaapholten, wangholten en tandholten), de luchtwegen, het maag-darmkanaal, de ogen, de urinewegen en de geslachtsorganen. Voor ME/cvs en Long Covid vallen vooral de luchtwegen op, de hoofdholten, maar ook het maag-darmkanaal. Dit mucosaal immuunsysteem bestaat uit fysieke barrières (trilharen en antimicrobiële stoffen), immuuncellen (herkennen en neutraliseren van pathogenen) en immunologische reacties (zoals ontstekingsreacties en extra aanmaak van specifieke anti-lichamen).

 

Het niet goed functioneren van het mucosaal immuunsysteem kan leiden tot een grote toename aan infecties en de gevolgen er van:

 

•  griep 

•  verkoudheid

•  longontsteking

•  blaasontsteking

•  urinewegontsteking

•  maagzweer

•  darmontsteking

•  Prikkelbaar Darm Syndroom (PDS)

•  meningitis, encefalitis en herpes simplex-encefalitis

•  artritis

•  hart- en vaatziekten

•  neurologische aandoeningen (infecties kunnen leiden tot auto-immuunreacties waarbij het zenuwstelsel wordt aangevallen)

•  oogaandoeningen (conjunctivitis, keratitis, uveïtis)

  

Auto-immuunreacties kunnen het zenuwstelsel aanvallen:

 

•  de hersenen (encefalomyelitis, duizeligheid, hoofdpijn, cognitieve problemen )

•  het ruggenmerg (myelopathie, transverse myelitis)

•  perifere zenuwen (polyneuropathie,  neuropathie van het centrale zenuwstelsel)

•  spierstelsel (spierzwakte, verlamming, tintelingen)

 

Het mocusaal immuunsysteem raakt verzwakt door:

 

•  leefstijlproblemen (roken, alcohol en overgewicht; 80 tot 90% van de IC-opnames wegens Covid19 had overgewicht)

•  onevenwichtige voeding (niet gevarieerd en te veel fast food, waardoor te weinig bouwstoffen, vitaminen, mineralen, aminozuren, etc.)

•  zware antibiotica (doden de “goede bacteriën” die de darmwand beschermen)

•  ziektes en aandoeningen zoals auto-immuunziektes en -reacties en chronische ontstekingen)

•  ouderdom (N.B. vooral onder bejaarden vielen veel covid19 slachtoffers)

Om het mucosaal immuunsysteem sterk te houden zijn de volgende “regels” van belang:

 

•  niet roken!!

•  slik vitamines en supplementen (vitamine A, D3/K2, E, C, B12, probiotica, Omega-3)  

•  een gezond nutriënten patroon (veel groente, volkorenproducten, olijfolie, noten, fruit, plantaardige eiwitten, etc.)

•  goede slaap (voor de aanmaak van o.a. witte bloedcellen)

•  beweging (dat activeert het immuunsysteem, wees voorzichtig!!)

•  stressverlaging (door anti-stress technieken, maar ook door medicatie indien nodig!!)


 

A.8 Endotheelschade 

 

Endotheelschade (beschadigde bloedvaten) wordt erg veel aangetroffen bij patiënten met ME/LC. Endotheel is de binnenbekleding van de bloedvatwand. Dit endotheel kan worden beschadigd door roken, hoge bloeddruk, diabetes, hoog cholesterol, maar ook door bacteriële of virale infecties en de bijbehorende ontstekingsreacties. De gevolgen van endotheelschade zijn: plaquevorming, hoge bloeddruk, trombose (bloedstolsels), verminderde bloedvoorziening naar weefsels én organen (minder zuurstof!), meer ontstekingen en slechtere wondgenezing.

 

Endotheelschade is tevens de oorzaak van een verzwakte BBB (blood- brain - barrier). Dit heeft als gevolg dat virussen gemakkelijker het centrale  zenuwstelsel kunnen binnendringen (neuro-invasie).

A.9 Mitochondriale dysfunctie

 

De energiebehoefte van cellen wordt geleverd door mitochondriën in de vorm van ATP. Afhankelijk van de soort cel en de energiebehoefte van de cel zitten er honderden tot duizenden mitochondriën in één cel. De energie leveren de mitochondriën aan in de vorm van ATP (op basis van de citroenzuurcyclus).

 

Door auto-immuunreacties van mitochondriën ontstaat mitochondriale dysfunctie met ernstige gevolgen:

 

•  energiestofwisselingsstoornissen (die leidt tot een verminderde energievoorziening van tal van organen, dit leidt sowieso tot vermoeidheidsverschijnselen)

•  neurologische symptomen, vooral in de hersenen vind je dit omdat de hersenen veel energie nodig hebben  

•  spierstoornissen (spierzwakte, spierpijn, spierafbraak en spasmen)

•  orgaanfalen (hart, lever en nieren gaan slechter functioneren; dit kan leiden tot ernstige vetzuuroxidatie)

•  verstoring van de stofwisseling (de mitochondriën reguleren de calciumconcentratie en de vetzuuroxidatie; een verstoring van de calciumhomeostase kan onder andere leiden tot hypocalciëmie en hypercalciëmie, met onder andere zenuwproblemen, hartproblemen, spierproblemen en problemen met de bloedstolling als gevolg; een verstoorde vetzuuroxidatie leidt tot energiegebrek, ophoping van vetten, spierzwakte, hartspierzwakte en hypoglycemie.

 

Bijj patiënten met ME/LC worden de mitochondriën aangevallen en beschadigd door een specifieke auto-immuun reactie en dit leidt tot een sterke toename van de problemen (zie boven) De nederlandse onderzoeker Brent Appelman heeft ontdekt dat deze specifieke auto-immuunreactie kan worden uitgeschakeld door een experimenteel anti-kanker medicijn. Dit onderzoek loopt nog.


 

A.10 Overactief kynurenine pad

 

Binnen de wetenschap wordt een overactief kynurenine pad als mogelijkheid geopperd voor veel van de klachten van ME/LC. Maar wat is het kynurenine pad?

 

Het kynurenine pad is een metabolische route die leidt tot de productie van NAD+ (een belangrijk co-enzym dat ondersteunt bij de extreem belangrijke functies van genexpressie, energiemetabolisme en redox signalering). 

 

Waar is kynurenine voor verantwoordelijk? Kynurenine zorgt voor:

•  regulatie afweerrespons door kynureninezuur (anti-inflammatoir) in balans te houden met cholinezuur (pro-inflammatoir)

•  bescherming van de hersenen door kynureninezuur dat werkt als krachtige anti-oxidant en ontstekingsremmer in de hersenen

•  regeling van de stemming want kynureninezuur heeft een antidepressieve werking  terwijl 3-hydroxykynurenine een anxiolytische werking heeft (minder angst)

 

Het pad start door tryptofaan om te zetten in kynurenine, waarbij het enzym TDO nodig is. Kynurenine wordt vervolgens omgezet in KA, XA, QA en 3-HK. Deze metabolieten zijn neuro-actieve verbindingen die ondersteunen bij neurotransmissie, neuroprotectie en neurotoxiciteit. De kynurenine pathway is in het hele lichaam actief, maar vooral in de lever en hersenen.

 

Bij een overactief kynurenine pad worden te veel kynurenine en zijn metabolieten geproduceerd. De oorzaken daarvan kunnen zijn: infectie, ontsteking, stress, sommige medicijnen en aanleg. 

 

De gevolgen van een overactief kynurenine pad zijn: 

 

•  depressie

•  zenuwontsteking (!)

•  verlies van cognitieve functies (concentratie, geheugen)    

•  gedragsveranderingen (agressiviteit en impulsiviteit)

•  verminderde immuunrespons  

•  auto-immuunziektes 

•  vermindering serotonineproduktie   

•  hormonale disbalans 

•  vermoeidheid en zwakte

•  angst

•  verminderde eetlust  

•  slaapstoornissen. 

 

Dit is vrijwel de gehele lijst die hoort bij ME/LC en daarom kijkt de wetenschap momenteel ook sterk naar de kynurenine pathway als één van de oorzaken van die aandoeningen. Het valt ook op dat er een vicieuze cirkel ontstaat van oorzaak en gevolg met betrekking tot zenuwontsteking.

 

Waardoor is het kynurenine pad overactief geworden en hoe kun je hem weer in balans brengen? We beginnen met het eerste.

 

De oorzaak van een overactivering van het kynurenine pad zijn:

•  Infecties: bacteriën, virussen en schimmels stimuleren het enzym IDO en dat zet aan tot extra productie van kynurenine uit tryptofaan

•  Auto-immuunziektes: dit leidt tot ontstekingsreacties en weefselschade en dat stimuleert de productie van kynurenine 

•  Neurodegeneratieve ziektes: bij ziektes als Alzheimer en Parkinson kan de kynurenine pathway overactief worden waardoor juist Alzheimer en Parkinson verder worden bevorderd

Stress: fysieke en psychologisch stress kan de kynurenine pathway (over)activeren door de aanmaak van cortisol, bepaalde cytokines (met name interferon-gamma)

 

ME/LC patiënten leiden aan deze symptomen (inclusief een milde vorm van neurodegeneratie) en zijn dus kandidaat voor een overactief kynurenine pad(dat betekent: te veel kynurenine).

  

Om het kynurenine pad weer in balans te krijgen zijn veranderingen in leefstijl nodig:

•  verminder stress (ontprikkeling van het zenuwstelsel!)

•  gezond dieet met veel anti-oxidanten

•  lichaamsbeweging (lastig)

•  (géén alcohol, sigaretten, drugs)

 

Maar er kunnen ook medicijnen worden ingezet om de metabolieten te remmen: TDO-remmers, KA-remmers en QA-remmers (voor een deel zijn deze nog in ontwikkeling). 

 

De toepassing van een SSRI is tamelijk nieuw en deze toepassing werkt gunstig op het verlagen van de hoeveelheid kynurenine:

 

• Serotoninespiegel: een SSRI verhoogt de serotoninespiegel en dat heeft werking op enzymen in de kynurenine pathway door concurrentie met kynurenine want serotonine en kynurenine worden beide uit tryptofaan gemetaboliseerd (remming van het enzym TDO dat nodig is voor de metabolisering van kynurenine uit tryptofaan, stimulering van KAT dat tryptofaan omzet in serotonine)

•  Ontstekingsremmend: een SSRI werkt ontstekingsremmend en daardoor vermindert de metabolisering van tryptofaan naar kynurenine 

•  Neurotransmitterbalans: dit beïnvloedt de omzetting van tryptofaan in kynurenine (een goede balans tussen alle neurotransmitters werkt regulerend op de kynurenine niveaus)

 

Er wordt momenteel veel onderzoek gedaan naar de toepassing van SSRI's bij ME/LC.

 

A.11 Tekort aan NO-produktie

 

In het lichaam speelt stikstofoxide (NO) een belangrijke rol. Het is een signaalmolecuul en wordt door het lichaam zelf aangemaakt. Het heeft 5 belangrijke functies:

•  het helpt de bloedvaten te verwijden en te ontspannen

•  het helpt immuuncellen om bacteriën, virussen en parasieten op te ruimen

•  het werkt modulerend bij ontstekingen (meer of minder ontstekingsreactie)

•  het helpt bij de cellen bij apoptose (geprogrammeerde celdood van beschadigde of geïnfecteerde cellen)

•  het zorgt voor een goede communicatie tussen de hersencellen 

 

NO wordt geproduceerd in de drie lichaamssystemen: in de bloedvaten, in het immuunsysteem en de hersenen. Daar zijn ook drie verschillende enzymen voor nodig, één voor elk systeem.

 

Een tekort aan NO levert de volgende problemen op: hoge bloeddruk, risico op bloedklonters (trombose), endotheeldisfunctie, te weinig bloed naar de spieren, te weinig bloed naar de nieren en andere organen waardoor slechte nierfunctie, slechte afweer tegen bacteriën, virussen en parasieten, verergering van ontstekingsreacties, verminderde cognitieve functies,  slechte erectie, slechte slaap, spierzwakte en vermoeidheid, slechte regulatie van neurotransmitters in de hersenen, slechtere regulering van de bloedsuikerspiegel door te lage of te hoge insulineproductie, grotere kans op hart- en vaatziekten, minder prestatie- en uithoudingsvermogen, slechtere botopbouw en een slechte barrièrefunctie van de huid (inclusief slijmvliezen). 

De oorzaken van een te laag NO zijn: chronische infecties en ontstekingen, stress, roken, alcohol, bewerkt vlees, eenzijdige voeding of zelfs slechte voeding, overgewicht, sedentaire leefstijl (geen beweging), hoge bloeddruk, auto-immuun ziektes, insulineresistentie en diverse (subtiele) gifstoffen zoals landbouwgif.

 

De productie van NO kan worden gestimuleerd met arginine (dat zit in vlees, cottage cheese, kwark, eieren en vis, maar ook in supplementen), foliumzuur (volkorenproducten, groene groenten, bonen en biologische (!) lever), nitraat (spinazie, biet, andijvie, koolsoorten), vitamine C (groente, fruit) en vette vis (werking als precursor door Omega-3). 

 

Voorts zijn van belang resveratrol, EGCG en quercetin, omdat ze de afbraak van NO remmen. Dat zit vooral in groene thee (bijvoorbeeld groene thee extract), blauwe bessen, bosbessen, pistachenoten, ui en 100% cacao poeder (speciaalzaak).

 

Het slikken van l-arginine kan ook helpen, maar alleen in lage doseringen (max. 1 gram per dag) én in de aanwezigheid van krachtige antioxidanten. Te veel NO kan zich namelijk gaan gedragen als een vrij radicaal en een overmaat aan vrije radicalen moet worden weggevangen door anti-oxidanten. Bovendien kan het gehalte aan homocysteïne stijgen door te veel NO en dat verhoogt de kans op hart- en vaatproblemen.

 

Een tekort aan NO lijkt één van de vele oorzaken te zijn van de symptomen van ME/LC en het verhelpen van dit tekort zou een aanzienlijke verbetering moeten geven!


 

A.12 Verslechterde eiwitvouwing door verhoogde ER-stress respons

 

Eiwitvouwing (of eiwitopvouwing) is het proces waarbij een polypeptideketen (lineaire keten van aminozuren) wordt omgevormd tot een driedimensionale structuur. Door deze driedimensionale structuur kan het eiwit de beoogde functie uitoefenen in het lichaam. De 3D structuur wordt mede bepaald door de volgorde van de aminozuren in de polypeptideketen, maar ook pH, zoutconcentratie en chaperonines (eiwiten die helpen bij het vouwen van andere eiwitten) bepalen de eiwitvouwing. 

  

De ER stress respons ontstaat wanneer er teveel eiwitten in het ER (Endoplasmatisch Reticulum) niet goed gevouwen worden. Dit ontstaat door overbelasting van het ER en dit leidt tot ER stress. De oorzaken van deze overbelasting en de resulterende ER stress zijn:

 

-  overexpressie van eiwitten (te hoge eiwitproductie in de cel)

-  mutaties in eiwitten (leidend tot problemen bij eiwitvouwing)

-  verstoring van de ER functie door virale infecties, zuurstoftekort en calciumtekort 

De gevolgen van langdurige ER stress (overbelasting van de eiwitvouwing) zijn:

 

-  celdood (apoptose en autofagie)

-  verstoring van celdeling (door celcyclusarrest en genomische instabiliteit)

-  ontsteking (ER stress leidt tot de productie van ontstekingsmediatoren die leiden tot ontstekingen die weer leiden tot auto-immuunziektes)

 

De virussen die ER stress kunnen verhogen zijn: Corona-virussen (zoals Covid-19), Herpes-virussen (HHV-1, HHV-6, HHV-7), Hepatitis-virussen, alpha-virussen, retro-virussen (HIV), Influenza, enterovirussen, EBV virus en het CMV virus. Dit betekent dat alle virussen die verantwoordelijk worden gehouden voor ME/cvs  en Long Covid oorzaak kunnen zijn van ER stress. Dit betekent dat ER stress één van de grootste problemen is van ME/LC. 

 

Er zijn methodes om de overbelasting van het ER en de resulterende ER stress te verminderen:

 

behandeling van virale infecties vermindert ER stress

-  verhoging van chaperones met  HSP70 en HSP 90 verhoogt de eiwitvouwing

-  verbetering ER transport (beter eiwittransport binnen het ER)

-  verhoging ER afbraak (meer afbraak van eiwitten in het ER)

 

Antivirale middelen die de virale belasting verminderen zijn:

 

proteaseremmers remmen de proteases die nodig zijn bij de replicatie van het virus; het is ontwikkeld voor HIV maar wordt nu ook uitgetest voor SARS-COV-2 (ritonavir, saquinavir, indinavir, nelfinavir)

nukleostide analoga remmen de virale replicatie door te concurreren met de virale nucleotiden; het werkt bij  Herpes, Epstein Barr en CMV (aciclovir, valaciclovir, famciclovir, ganciclovir, zidovudine, lamivudine, abacavir, tenofovir, etc.)

integraseremmers remmen het virale integrase enzym dat nodig is om het DNA van het HIV-virus in het genoom van de gastheer te integreren; alleen geschikt voor HIV (raltegravir, elvitegravir, dolutegravir, etc.)

entryremmers remmen de penetratie van het virus doorheen het celmembraan en er zijn verschillende soorten entryremmers; sommigen werken bij Influenza en enterovirussen (maraviroc, enfuvirtide, etc.)

 

Deze middelen zijn niet erg effectief als ze individueel worden ingezet. Bij HIV wordt daarom gekozen voor combinaties als dolutegravir met lamivudine, of tenofovir disoproxil fumarate met emtricitabine. Bij Long Covid wordt nu Paxlovid uitgetest en dat bestaat uit de combinatie nirmatrelvir met ritonavir. De antivirale middelen tegen Herpes, EBV, CMV, enterovirussen en Influenza worden echter niet in een combinatie toegepast of uitgetest. Hier is snel onderzoek nodig!

 

 

A.13 PAIS: Lyme, QVS en post sepsis

 

Er is een collectie aandoeningen met de naam PAIS (Post Acute Infection Syndrome). Deze chronische ziektes ontstaan ná afloop van een acute infectie. De bekendste voorbeelden: ME, Long Covid, Q-koorts Vermoeidheids Syndroom (QVS), Lyme en post-sepsis. Deze aandoeningen hebben één ding gemeenschappelijk: de zelfde symptomen! Daarom is het mogelijk om een “educated guess” te formuleren over de aard van deze aandoeningen met de naam PAIS.

 

Chronische Lyme (neuroborreliose) heeft geen acute infectie als voorloper, maar de oorzaak is wel bekend: de bacterie borrelia burgdorferi gaat in het zenuwstelsel zitten. En dat brengt ons op QVS (Q-koorts Vermoeidheids Syndroom). De luchtweginfectie Q-koorts wordt óók door een bacterie veroorzaakt: coxiella burnetii. Deze infectie kan leiden tot ernstige ziekte en 20% van de patiënten krijgt na de acute fase chronische klachten die ook zéér ernstig kunnen zijn. Die klachten komen volledig overeen met die van chronische Lyme. Het lijkt dus zeer waarschijnlijk dat de betreffende bacterie eveneens het zenuwstelsel is binnengedrongen. De aandoening die daarna ontstaat zouden we daarom neurocoxielliose kunnen noemen. Dat is nog wel een stap die de wetenschap moet zetten!

 

Overigens is dit goed nieuws voor de patiënten want chronische Lyme is behandelbaar met zeer langdurige en loodzware antibiotica, en dus moet dat ook gelden voor neurocoxiellose. Er moet daarbij gedacht worden aan 6 tot max 15 maanden dubbele antibiotica (van wisselende samenstelling tegen resistentie), antibiotica-versterkers en supplementen (ILADS-protocol of het DBG-protocol in Duitsland).

 

De tweede aandoening in de categorie PAIS is het Post Sepsis Syndroom. Post sepsis (zoals het meestal wordt genoemd) ontstaat na een ernstige sepsis (of “septic shock”) die wordt veroorzaakt foor een krachtige overreactie van het immuunsysteem op een infectie (viraal of bacterieel). Deze overreactie bestaat uit een zeer krachtige cytokinenstorm (cytokinen zijn signaalstoffen die de aanval op de infectie leiden door immuunlichamen te alerteren), maar door deze cytokinensyorm stoppen lever en nieren met functioneren (orgaanuitval). Dat is direct levensbedreigend en vaak volgt IC-opname.

 

Na de acute fase ontstaat een vervelend beeld. Grofweg 25% van de patiënten overlijdt, ongeveer 25% van de patiënten herstelt goed, 25% van de patiënten herstelt langzaam (tot wel een jaar) en 25% van de patiënten herstelt niet en blijft chronisch ziek: die patiënten hebben post sepsis.

 

De symptomen van post sepsis komen volledig overeen met die van ME (respectievelijk Lyme) ongeacht of het gaat om een virale of een bacteriële infectie. Daarmee lijkt het dus weer voor de hand liggend dat betreffende pathogeen (virus of bacterie) het zenuwstelsel is binnengedrongen.

 

Dat is overigens ook weer goed nieuws voor patiënten met bacteriële post sepsis want chronische Lyme is behandelbaar met zeer langdurige en loodzware antibiotica, en dus moet dat ook gelden voor bacteriële post sepsis. Er moet daarbij gedacht worden aan 6 tot max 15 maanden dubbele antibiotica (van wisselende samenstelling tegen resistentie), met antibiotica-versterkers en meerdere supplementen (ILADS-protocol of het DBG-protocol in Duitsland).

 

In geval van virale post sepsis zou het 6 punten Herstel protocol kunnen worden ingezet, want dat richt zich op een binnengedrongen virus in het zenuwstelsel.


 

A.14 Spasmofilie en chronische spanning

 

Spasmofilie is de aandoening waarbij het spierstelsel onwillekeurige krachtige spiertrekkingen of spasmen produceert. Die trekkingen of spasmen kunnen licht (trilling), maar ook zeer zwaar zijn (tegen een epileptische aanval aan). Persoonlijke noot: zelf kwam ik in het begin zelfs los van mijn bed door de spasmen! 

 

De oorzaak van spasmen kan liggen in: magnesiumtekort, B6 tekort, stress, hormonale veranderingen (laag testosteron of veranderingen opwaarts/neerwaarts in oestrogeen en progesteron), hypoparathyreoïdie (verstoorde elektrolytenbalans) en tenslotte genetische aanleg. Na aanvulling van vitamine B6 en van magnesium blijven nog het verlaagde testosteron, stress en een verstoorde elektrolytenbalans over. Dat zijn allemaal verschijnselen van ME/LC. 

 

Stress is van belang omdat in het zenuwstelsel van ME/LC patiënten chronisch grote spanning aanwezig is. Uit eigen ervaring zeg ik dat de spasmen helpen om die chronische spanning er uit te krijgen. 

 

Maar waar komt die chronische spanning vandaan? De oorzaken van chronische spanning zijn: alle vormen van emotionele stress (angst, woede, verdriet) en fysieke stress (overprikkeld zenuwstelsel, hoge inspanning, slaapgebrek) en door ziektes of aandoeningen (chronische pijn, auto-immuunreacties, zenuwinfecties, depressie). Al deze factoren zijn aanwezig bij patiënten met ME/LC..


 

A.15 Invasieve systemische schimmel.

 

Door de slechte werking van het immuunsysteem krijgen de patiënten er ook vaak nog een ziekte bij: invasieve schimmel! Daarbij gaat het niet om lokale schimmel (tussen de tenen of in de lies) maar om systemische schimmel. 

 

In de darmen bevinden zich zo'n 500 soorten bacteriën en 50 soorten schimmel die symbiotisch samenleven. In totaal ongeveer 1 kilo! De schimmel candida albicans kan onder verkeerde omstandigheden (zwak immuunsysteem) uitbundig in de darmen gaan groeien en daarna ook gaan uitbreken. Dat betekent dat de schimmel het lichaam binnendringt: invasieve schimmel.

 

En de gevolgen daarvan zijn weer ernstig: koorts, vermoeidheid en zwakte; gewichtsverlies; nachtzweten; spier- en gewrichtspijnen; hoesten, kortademigheid en druk op de borst bij infecties van de longen; buikpijn, misselijkheid, braken, diarree, geelzucht bij infectie van de galwegen en de lever; verwardheid, hoofdpijn en concentratiestoornissen bij infectie van de hersenen. Deze symptomen kunnen zeer ernstig en zelfs levensbedreigend worden. 

 

Het is daarom zaak dat patiënten een anti-candida dieet volgen. Dat betekent dat alle suikers en "snelle" koolhydraten weg moeten uit het dieet, want de schimmel candida albicans "leeft" op suiker. Zie ook pagina: Nutrienten.



 

B. Auto-immuun problemen

 

B.1  MCAS

 

MCAS staat voor Mestcel Activatie Syndroom waarbij er te veel histamine  wordt aangemaakt. Deze mestcellen zijn een specifiek type immuuncel en ze hebben een belangrijke rol in het immuunsysteem bij de bestrijding van parasieten (dus niet tegen virussen) én bij het initiëren van allergische reacties. Ze doen dit door het aanmaken van histamine.  Bij MCAS slaat dit mechanisme echter op hol (zonder allergene oorzaak) en wordt er te veel histamine aangemaakt. De gevolgen zijn: vermoeidheid, huiduitslag, buikpijn, misselijkheid en hoofdpijn. MCAS kan worden veroorzaakt door sommige allergenen en chemicaliën, maar ook door langdurige stress en (chronische) ontstekingen. Dit is de reden dat veel patiënten met ME/cvs, Long Covid en fibromyalgie tegen MCAS aan kunnen lopen.


 

B.2 Auto-immuunreacties door een pathogeen

 

De vraag is waarom ME/CL patiënten allemaal veel en krachtige auto-immuunreacties ontwikkelen. Om dat antwoord te vinden maken we een klein uitstapje waarbij we NIET kijken naar biologische pathogenen (virus, bacterie, schimmel, parasiet), maar naar niet-biologische (anorganische) pathogenen: siliconen en kunststof.

 

Borstprothesen bevatten siliconen en deze kunnen "lekken" bij een ruptuur (scheuring) van de omhullende siliconen wand, maar er kunnen ook siliconen naar buiten "zweten" bij een wand die gewoon intact is. Daardoor komen siliconendeeltjes in het lichaam. Zwervende siliconen kunnen dan de volgende problemen geven:

 

•  fibromyalgie (spierpijnen en gewrichtspijnen)

•  vermoeidheid

•  moeite met ademhalen

•  problemen met slikken

•  maagdarmklachten

•  hoofdpijn en 

 • duizeligheid en evenwichtsproblemen

•  concentratie- en geheugenproblemen

•  verminderde cognitieve functies

•  prikkelbaarheid en stemmingswisselingen

•  verminderd gezichtsvermogen en wazig zien

•  tintelingen of gevoelloosheid in ledematen

•  spierzwakte of spierkrampen

•  problemen met coördinatie (struikelen, schokkerig bewegen, geen fijne motoriek) 

•  ontstekingsreacties in lymfeklieren en organen

  

Deze lijst toont grote overeenkomst met ME/LC. Alleen worden de symptomen hier veroorzaakt als reactie op een niet-biologisch pathogeen. 

 

Het belangrijke punt is nu dat het immuunsysteem de siliconen niet kan verwijderen! Dat betekent dat het immuunsysteem chronisch wordt geconfronteerd met een pathogeen dat het niet kan verwijderen en dat is waarschijnlijk de reden dat  het immuunsysteem ontspoort met krachtige auto-immuunreacties.


 

B.3 Auto-immuunreacties door een vaccin

 

De USA besloot in 1990 het door Irak bezette Koeweit te bevrijden. Van alle Amerikaanse soldaten kwam 10 tot 30% terug met het Golfsyndroom  met klachten die varieerden van mild tot en extreem. De klachten waren:

 

•  vermoeidheid 

•  PEM (cognitieve, fysieke en emotioneel getriggerde PEM)

•  hoofdpijn

•  geheugenverlies

•  concentratieproblemen

•  slaapstoornissen

•  hartkloppingen

•  spasmofilie (spiertrekkingen en tintelingen)

•  fibromyalgie 

•  ademhalingsproblemen

•  maag-darmklachten (misselijkheid, braken, diarree, constipatie)

•  psychische problemen (depressie, angst, PTSS)

•  artrose 

•  huidaandoeningen (eczeem, psoriasis)

•  veranderingen in het bloed (anemie, trombocytopenie en leukopenie)

 

Dit zijn verschijnselen die veel lijken op ME/LC. Als oorzaken worden van het Golfsyndroom genoemd: oliebranden, verarmd uranium in de granaten, sarin dat vrijkwam bij de explosies van de oliebronnen én PTSS. Maar er is nog een mogelijkheid: de enorme vaccinatie-cocktail.

 

De soldaten kregen in enige weken tijd een cocktail aan vaccins tegen (deze lijst is niet helemaal zeker):

•  gele koorts

•  brucellose (saxans vaccin)

•  tyfus

•  cholera 

•  botulisme

•  anthrax (biologisch wapen)

•  Q-koorts (biologisch wapen!!)

 

De mogelijkheid bestaat dat deze cocktail er voor gezorgd heeft dat het immuunsysteem is “overlopen” waarna het immuunsysteem is overgegaan tot auto-immuunreacties. 

 

Bij ME/cvs en Long Covid spelen auto-immuunreacties ook een grote rol, en daar zou het dus kunnen gaan om een “overlopen” immuunsysteem doordat het immuunsysteem het pathogeen (virus) niet goed kan verwijderen. Immers, óók het vaccin tegen COVID-19 kan Long Covid (ME) opleveren, evenals de vaccins bij de Golfoorlog.

bottom of page